In de kern gaat Slimbouwen over het ontrafelen oftewel het logisch opknippen van disciplines. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld: Casco, Gevels/daken, Installaties en Afbouw.
De lastigste ontrafeling is die van de installaties. In een traditioneel bouwproces zijn die zowel fysiek als qua proces maximaal verweven met de bouwkundige elementen.
De installateur moet bij een traditionele bouw dan ook meerdere keren terugkomen in afwachting van progressie bij derden. En uiteindelijk worden leidingen in gefreesde sleuven geplaatst en weggesmeerd, in beton gegoten of verborgen achter plafonds. Daar zijn ze ook weer verweven met drukschotten, plofpakketten e.d.
Slimbouwen gaat over slimme bouwtechniek die er voor zorgt dat ergens in het proces een moment is waarbij alle installaties in één procesgang en zonder dat er andere partijen in de weg lopen, worden aangebracht. Daarna volgt de afbouw.
Daarmee creëer je een gedisciplineerd proces met industriële kwaliteit.
En als je daarenboven de afbouw realiseert met voorzetconstructies, luiken, goten, e.d. zodanig dat de leidingen ook achteraf bereikbaar blijven. Dan wordt een belangrijke basis gelegd voor flexibiliteit c.q. aanpasbaarheid en circulariteit van het vastgoed.
Aldus blijft het gebouw beter exploiteerbaar en behoudt het zijn waarde.